Wie werkt, heeft dankzij het Europees minimumloon recht op een volwaardig en degelijk inkomen

Deze nacht bereikten het Europees Parlement en de Raad een akkoord over de nieuwe richtlijn voor eerlijkere minimumlonen in de EU. De nieuwe wet steunt op twee pilaren: een wettelijk minimumloon berekend op basis van de koopkracht in de verschillende lidstaten, alsook een sterkere rol voor werknemers en vakbonden in cao-onderhandelingen. “Dankzij dit akkoord zullen 24 miljoen Europeanen erop vooruitgaan,” zegt Europees Parlementslid Kathleen Van Brempt (Vooruit).

De nieuwe richtlijn zal enerzijds de bescherming van het minimumloon voor werknemers in de lidstaten verbeteren en anderzijds de collectieve onderhandelingen op nationaal niveau versterken. Met dit akkoord verbinden de Europese lidstaten zich ertoe om ervoor te zorgen dat de wettelijke minimumlonen eerlijk en adequaat zijn. Het akkoord kijkt daarvoor naar twee drempels: minimaal 60% van het gemiddelde brutoloon en 50% van het gemiddelde brutoloon van de lidstaat. “Bovendien wordt de hoogte van het minimumloon gekoppeld aan de koopkracht,” zegt Van Brempt. “In tijden van crisis, met snel stijgende prijzen, mogen werknemers er niet op achteruit gaan.” 

Lidstaten worden verplicht het recht op collectieve onderhandelingen te beschermen en moeten werknemers die aan collectieve onderhandelingen willen deelnemen beschermen tegen discriminatie. “Ook de rol van vakbonden wordt met dit akkoord beschermd,” zegt Van Brempt. Lidstaten moeten maatregelen nemen om het opbreken van vakbonden te voorkomen. Als het dekkingspercentage voor collectieve onderhandelingen in een lidstaat lager is dan 80%, moet een verplicht nationaal actieplan worden opgesteld om het aantal werknemers dat door collectieve overeenkomsten wordt beschermd geleidelijk te vergroten.

Vandaag zijn er slechts vier lidstaten (Portugal, Frankrijk, Bulgarije en Slovenië) die voldoen aan deze criteria. “Het akkoord over het Europees minimumloon wordt een belangrijke stap vooruit voor meer dan 24 miljoen Europese werknemers in 18 lidstaten,” zegt Van Brempt. “Wie werkt, verdient de zekerheid op een deftig loon en alle kansen om een goed leven uit te bouwen. Met het Europees minimumloon maken we van dat principe de norm in de Europese Unie.”

Het Parlement en de Raad moeten nu nog formeel stemmen en dan hebben de 27 lidstaten twee jaar tijd om deze regel in de nationale wetten om te zetten.