We moeten een einde maken aan de wegwerpeconomie

Iedereen kent het fenomeen: je koopt een product en na enkele jaren moet je het weggooien omdat het verouderd is en niet hersteld kan worden. “Dit soort ‘gewilde en geplande verouderingsprocessen moeten we Europees gewoon verbieden,” zegt Europees parlementslid Kathleen Van Brempt. Het parlement gaf de Europese commissie vandaag een voorzet om de Europese markt grondig te verduurzamen.

Nu de Europese Green Deal zich op gang trekt en er een breed draagvlak is ontstaan om onze economie te verduurzamen is het ook tijd om de Europese eenheidsmarkt klaar te maken voor de toekomst. Met het rapport ‘Naar een duurzame Europese Eenheidsmarkt’, geeft het Europees parlement een voorzet aan de Commissie. Het parlement wil dat de Commissie ingrijpt in de productie en consumptiepatronen in de EU. 

Wat de Europese sociaal-democraten betreft, moeten Europese consumenten beschermd worden tegen de praktijken van ‘geplande veroudering’ van producten,” zegt Van Brempt. “Die praktijk moet wettelijk verboden worden. Producenten moeten hun productieketen veel duurzamer maken en er voor zorgen dat producten langer meegaan. Wij willen dat producten ook in die zin verplicht gelabeld worden, zodat de consument weet hoe lang een product zal meegaan en of het hersteld kan worden. Er moet ook informatie beschikbaar zijn over de beschikbaarheid en de kostprijs van reserveonderdelen. Consumenten moeten eigenlijk een ‘reparatierecht’ krijgen.”

Volgens de Europese sociaal-democraten moet er ook een einde worden gesteld aan het overaanbod aan verschillende producten die in theorie hetzelfde doen, zoals kabels en opladers voor draagbare toestellen zoals smartphones, tablets of laptops van verschillende merken. “Er moeten productstandaarden opgesteld worden zodat die onderdelen hetzelfde en dus onderling inwisselbaar zijn,” zegt van Brempt.

De Europese richtlijn voor ecodesign - die bepaalt dat het ontwerp van een product zo duurzaam mogelijk moet zijn - moet uitgebreid worden naar andere producten dan elektrische apparaten. Nu zorgt die richtlijn er vooral voor dat die apparaten zo weinig mogelijk energie gebruiken. Maar ecodesign kan ook nuttig zijn voor heel andere producten. De doelstelling moet zijn om producten zo te ontwerpen dat ze zo weinig mogelijk schade toebrengen aan het milieu en de volksgezondheid.

In datzelfde kader willen de sociaal-democraten ook dat de hele sector van hergebruik, de zogenaamde tweedehandssector sterk ondersteund wordt, bijvoorbeeld met BTW-verlagingen voor tweedehandsproducten, of door de leasing- en deeleconomie te ondersteunen. “De overheid kan het goede voorbeeld geven door bij openbare aanbestedingen duurzaamheid en sociale impact als prioritair criterium te handhaven.”

“Door onze productie en consumptiepatronen te verduurzamen, willen we er ook voor zorgen dat de omslag naar een duurzame economie niet enkel weggelegd is voor wie bemiddeld is,” zegt Van Brempt. Consumenten spelen wel degelijk een rol in de verduurzaming, maar ze moeten toegang hebben tot producten die langer dan een paar jaar meegaan en makkelijk en goedkoop hersteld kunnen worden.”

De prioriteiten van de Europese sociaal-democraten zijn grotendeels meegenomen in het rapport dat gisteren in plenaire werd voorgesteld en woensdag gestemd wordt. “De stemming zal nipt zijn, want conservatieve fracties zijn niet gewonnen voor een verbod op ‘geplande veroudering’ en hebben het ook moeilijk met de verplichte labeling over de levensduur en de mogelijkheden om producten te herstellen.”

Vorige
Vorige

Transitie naar circulaire economie is beste investering in de toekomst

Volgende
Volgende

Klimaatneutraal bij wet