Weer een stap dichter bij Europese bescherming voor platformwerkers

Chauffeurs die werken voor Uber zullen voortaan vallen onder de Nederlandse CAO taxivervoer en moeten worden gezien als werknemers. Dat is de uitspraak van een Nederlandse rechter in een rechtszaak die werd aangespannen door de Nederlandse vakbond FNV. “Belangrijk nieuws,” zegt Europees Parlementslid Kathleen Van Brempt. “Het is nu uitkijken naar het voorstel van de Europese Commissie om platformwerkers in heel Europa toegang te geven tot de sociale bescherming die ze verdienen.”  

Nederland is niet het eerste land waar een rechtszaak wordt aangespannen tegen grote platforms als Uber en Deliveroo. Ook in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk oordeelden rechters reeds dat deze platformwerkers geen zelfstandigen zijn. “Doordat ze worden verplicht om als zelfstandige aan de slag te gaan, krijgen platformwerkers niet de nodige sociale bescherming,” zegt Van Brempt. “Bij een ongeval is het de chauffeur die opdraait voor de schade en wie niet kan werken, bv. door ziekte, krijgt ook geen recht op een vervangingsinkomen. Ik blij om te zien dat vakbonden in heel Europa zaken aanspannen om de rechten van platformwerkers af te dwingen. Met succes!”

Bedrijven als Uber en co pleiten ervoor om een nieuw derde statuut op te richten, naast de bestaande statuten van werknemer en zelfstandige, specifiek voor platformwerkers. Zo proberen ze hun verantwoordelijkheid als werkgever opnieuw af te zwakken.

Om het probleem structureel aan te pakken, wordt gewerkt aan een Europees kader dat de regels rond platformwerk in de hele Europese Unie moet vastleggen. Deze week stemt het Europees Parlement over een rapport dat de positie van het parlement met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden en sociale bescherming van platformwerkers vastlegt. “Essentieel is dat het parlement er voor pleit om de bewijslast om te draaien,” zegt Van Brempt. “Dat betekent dat platformwerkers standaard als werknemer zullen worden geclassificeerd, tenzij bedrijven kunnen bewijzen dat de persoon in kwestie écht als zelfstandige aan de slag is.” 

Ook pleit het Europees Parlement voor het behouden van het bestaande werknemersstatuut voor platformwerkers. “Bedrijven als Uber en co pleiten ervoor om een nieuw derde statuut op te richten, naast de bestaande statuten van werknemer en zelfstandige, specifiek voor platformwerkers. Zo proberen ze hun verantwoordelijkheid als werkgever opnieuw af te zwakken,” zegt Van Brempt. “Dat is voor ons absoluut onaanvaardbaar.” 

Het wordt nu uitkijken naar het voorstel dat de Europese Commissie daarover later dit jaar op tafel zal leggen. “Dat ook een Nederlandse rechter nu oordeelt dat platformwerkers wel moeten worden gecategoriseerd als werknemers en dus ook recht hebben op de nodige sociale bescherming, is alvast een hoopvol signaal. We rekenen erop dat de Europese Commissie die goede voorbeelden uit de lidstaten volgt.”

Vorige
Vorige

Europese Commissie lanceert voorstel om platformwerkers als werknemer te erkennen

Volgende
Volgende

Kindergarantie moet elk kind in Europese Unie een sterke start gunnen