Wat is er aan de hand met de Europese ontbossingswet?
Vandaag stemmen we in het Europees Parlement - opnieuw - over de Europese ontbossingswetgeving. Wat is er eigenlijk aan de hand en wat gaat erachter schuil?
Waarom is er een Europese ontbossingswetgeving?
Ongeveer 10% van de bossen wereldwijd, dat is een gebied groter dan de Europese Unie, verdween over de afgelopen 30 jaar. En nog eens 10% van het wereldwijde bosgebied is ernstig gefragmenteerd. Dat is geen nieuw fenomeen, maar de snelheid waarmee bossen vandaag verloren gaan is alarmerend en de impact op mens en milieu, zowel lokaal als mondiaal, is erg groot. Zonder bijkomende actie zouden er tegen 2030 nog eens 248.000 hectare bos, een half miljoen voetbalvelden, verdwijnen.
De Europese Unie is niet altijd rechtstreeks verantwoordelijk voor die ontbossing, maar we dragen - door onze handel en onze consumptie - wel bij aan rechtstreekse ontbossing elders in de wereld. Hoewel we maar 7% van de wereldbevolking uitmaken, zijn we verantwoordelijk voor tot 16% van de wereldwijde ontbossing.
Ontbossing is een belangrijke oorzaak van klimaatverandering en verlies van biodiversiteit. Om onze verantwoordelijkheid te nemen en een bijdrage te leveren aan het stoppen van wereldwijde ontbossing, kwam er in 2023 een historische Europese ontbossingswetgeving.
Wat staat er in die wet?
De ontbossingswet zou ervoor moeten zorgen dat producten die afkomstig zijn van bepaalde grondstoffen (zoals koffie, cacao, palmolie, soja, vee, rubber en hout) en die in de EU in de handel worden gebracht of uit de EU worden uitgevoerd, geen ontbossing of bosdegradatie hebben veroorzaakt tijdens de productie.
Met andere woorden: de zak koffiebonen of de nutella (palmolie) die je koopt in de winkel of de kast die je koopt in de IKEA moet op een duurzame manier geproduceerd worden en de materialen die ervoor worden gebruikt mogen niet uit ontboste gebieden komen of bijdragen aan verdere ontbossing. De grondstoffen die gebruikt worden moeten ook traceerbaar zijn.
De ontbossingswetgeving is de eerste in haar soort. Dus werd bij de goedkeuring ervan beslist dat wetgeving pas eind 2024 in werking zou treden, om handelspartners (landen) en bedrijven de tijd te geven om zich aan te passen. Normaal gezien zouden de nieuwe regels vanaf 1 januari 2025 van kracht zijn.
Waarom wordt er dan nu opnieuw gestemd?
Bij het voorbereiden van de inwerkingtreding van de wetgeving liep het fout. Terwijl sommige bedrijven, landen en industrieën zich meteen voorbereidden op de nieuwe wetgeving, bleven anderen wachten op richtlijnen en ondersteuning vanuit de Europese Commissie. Maar die richtlijnen bleven uit. Omdat de Europese Commissie haar werk niet deed, nam de kritiek op de wetgeving toe. Internationale handelspartners, zoals Brazilië en de Verenigde Staten, en bepaalde bedrijven begonnen te morren.
Daarom besliste de Europese Commissie in september om de inwerkingtreding van de ontbossingswet met een jaar uit te stellen. Dat zou bedrijven en landen meer tijd geven om zich grondig voor te bereiden en de Commissie de ruimte geven om voldoende richtlijnen en begeleiding te voorzien, zodat iedereen de wetgeving op een correcte manier kan toepassen.
Zowel het Europees Parlement, als de Europese Raad (de lidstaten) moeten dat uitstel met een jaar goedkeuren. De Raad deed dat vorige maand al. Het parlement doet dat vandaag.
Voor het jaar uitstel is er voldoende steun in het parlement. Een meerderheid begrijpt de pragmatische aanpak van de Europese Commissie. We betreuren dat het zover is moeten komen, maar werken mee aan een oplossing. Maar er zijn ook sommigen die de stemming vandaag willen aangrijpen om de wetgeving af te zwakken.
Afzwakken? Hoezo?
Het probleem zit bij de Europese Christendemocraten. Sinds de boerenprotesten vorig jaar voelt de Europese Volkspartij veel druk om bepaalde wetgeving - die ze notabene zelf mee op tafel heeft gelegd en mee heeft goedgekeurd - aan te vallen. Dat was eerder al het geval in andere dossiers, zoals de natuurherstelwet en de uitfasering van de verbrandingsmotor.
Dat is natuurlijk een bijzondere situatie. In april 2023 keurde het parlement de ontbossingswetgeving nog met een overdonderende meerderheid goed. 552 parlementsleden stemden toen voor, amper 43 stemden tegen. Ook de christendemocratische fractie. Het was notabene een christendemocratisch parlementslid dat de pen vasthield voor het wetsvoorstel.
Maar dus ondertussen heeft die fractie haar kar gekeerd. Ondanks een akkoord om géén amendementen in te dienen en enkel te stemmen over het jaar uitstel, kwam de Europese Volkspartij toch met amendementen die het voorstel willen uithollen. Zo vragen ze een nieuwe categorie van ‘no risk countries’.
Maar er is meer aan de hand. De inhoud van de amendementen zou het voorstel niet alleen uithollen. Het dreigt er ook voor te zorgen dat de wet er überhaupt nooit komt. Neem het voorbeeld van de nieuwe categorie ‘no risk countries’. Dat zou zelfs binnen de Europese Unie tot verschillende classificaties van landen zorgen, wat leidt tot onnodige complexiteit, maar ook een verschil in behandeling binnen één en dezelfde markt. De kans dat dat een akkoord vindt in de Raad is zo goed als onbestaande. Met andere woorden: door de amendementen in te dienen, hoopt de Europese Volkspartij het volledige voorstel te blokkeren.
Wat nu?
Wij blijven ervan overtuigd dat de Europese ontbossingwetgeving nodig is. Net zoals de Europese Commissie, die benadrukt dat ze de doelstellingen niet wilt aanpassen, maar enkel een jaar uitstel vraagt. Net zoals de Europese lidstaten, die vorige maand al met het uitstel akkoord gingen, maar geen vragende partij zijn om de wet opzij te schuiven. Ook verschillende grote bedrijven, zoals Nestlé, en het middenveld spraken hun steun voor de wet reeds uit.
Om tegemoet te komen aan de verzuchtingen van sommige industrieën en partnerlanden zijn we bereid om het uitstel van een jaar goed te keuren. Maar tegelijk vragen we aan de Commissie om dat jaar goed te gebruiken. Een uitstel is niet voor herhaling vatbaar. En ook voor het uithollen van de wetgeving passen we.
Er wordt vandaag om 11u00 gestemd.