Waarom de boer en het klimaat beter worden van een ander landbouwmodel

Niemand kon ernaast kijken de afgelopen maanden. De boerenprotesten. Tractors in het stadscentrum, afgesloten snelwegen, ... Je ziet het niet elke dag. Er was veel begrip voor de acties. Begrip voor landbouwers bij wie het water aan de lippen staat. Ook ik heb begrip voor onze landbouwers. En veel respect voor hun harde werk en bijzondere stiel. Het is geen nine-to-five job. Landbouwer ben je elke dag, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, ook in het weekend, het hele jaar door. Zonder landbouwers, geen eten. Ze zijn een onmisbare schakel in onze economie en in ons dagelijks leven. Niemand zal dat ontkennen.

En zij maken zich zorgen. Zorgen om de toekomst van hun stiel en zorgen om de toekomst van hun inkomen en dat van hun kinderen. Ik begrijp die bezorgdheden. Ik deel ze ook. Helaas wordt er nu vaak gewezen naar Europa als grote zondebok. En dat is bijzonder jammer. Cruciale wetgeving, zoals de Green Deal, de natuurherstelwet en de pesticiden wetgeving worden aangevallen, uitgehold of zelfs volledig geschrapt. Dat lost echter de problemen van de landbouwers niet op. Integendeel. Natuur en landbouw zijn niet elkaars vijanden. Dit beeld en de bewuste polarisatie die sommigen creëren, is vals en compleet contraproductief. Het helpt niemand vooruit. Natuur en landbouw gaan hand in hand. Dat is al duizenden jaren zo. De landbouwers zelf weten dit beter dan wie ook. Je kan niet elke dag van ’s ochtends tot ’s avonds “met je botten in de modder op het veld staan”, zonder het belang van de natuur te zien. Alleen zij weten wat het is om in kurkdroge of overstroomde akkers of door invasieve soorten hun oogst kapot te zien gaan. Zonder een gezonde bodem, goede waterhuishouding en bloeiende biodiversiteit, ... geen landbouw. Als we dus klimaat- en milieuwetgeving gaan terugschroeven, zullen de problemen in de landbouwsector enkel toenemen.

De tegenstelling tussen natuur en landbouw komt dan ook helemaal niet van bij de landbouwers zelf.  Ze wordt ingegeven en opgestookt door zij die er garen uit spinnen zoals de grote agro-industrie, de boerenbond en de rechtse flank. De afgelopen decennia hebben zij de link tussen natuur en landbouw steeds verder uitgehold om een winstmodel voor zichzelf te promoten.

Groot, groter, grootst

Het huidige landbouwmodel is gestoeld op één leest: groot, groter, grootst. Het dwingt boeren om zoveel mogelijk, zo goedkoop mogelijk en zo snel mogelijk te produceren. Hierdoor hebben landbouwers vandaag ook te weinig marktmacht. Ze moeten de prijs nemen die er ligt of ze verdienen helemaal niets. In 1980 telde Vlaanderen nog ruwweg 75.000 landbouwbedrijven. In 2022 waren dat er nog maar 22.500, waarvan slechts 16.000 met een beroepsmatig karakter. Op amper 40 jaar tijd is het aantal boeren met bijna 80% gedaald. De daling in het aantal landbouwbedrijven ging gepaard met een enorme schaalvergroting en verindustrialisering van de landbouw. De effecten van die doorgedreven grootschalige landbouw die we vandaag kennen, met monocultuur en verlies aan biodiversiteit, intensieve veeteelt, hoge uitstoot en pesticidegebruik wegen zwaar op heel de maatschappij.

Het Europese landbouwbudget, het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB), goed voor maar liefst 386 miljard euro tussen 2021 en 2027, en daarmee 31% van de totale Europese begroting, versterkt dat model. Het GLB hanteert nog steeds het “cash for cow” principe. Subsidies krijgt de boer per dier en per hectare grond. Hoe groter de boerderij, hoe meer subsidies. 80% van de subsidies komen zo terecht bij 20% van de landbouwbedrijven: de allergrootste. Dit subsidiemodel doet de kleine, lokale, duurzame boer die het anders wil aanpakken verder de das om.

De boerenbond heeft die schaalvergroting ook gestimuleerd. Ze spoorden boeren aan om buitensporig te groeien via hoge schulden bij de financiële instellingen die rechtstreeks verbonden zijn aan die boerenbond zelf. Erg cynisch. Ook de grote agro-industrie heeft alle baat bij grotere bedrijven, meer pesticidegebruik en grotere machines.  De Monsanto’s van deze wereld leveren vandaag het (gepatenteerde) zaaigoed dat, als enige, bestand is tegen hun eigen pesticiden én de pesticiden zelf als het ware samen in één doosje. De landbouwer wordt daardoor compleet afhankelijk van die grote bedrijven en ondertussen worden nuttige insecten en hele ecosystemen verwoest en eten wij uiteindelijk de residuen van die chemische rommel.  

Maar het kan ook anders. Zeer recent was ik op bezoek bij een bedrijf dat inzet op biologische gewasbescherming en bestuiving. Zij maken gebruik van insecten en micro-organismen om op een natuurlijke manier gewassen te bestuiven, te beschermen en te versterken en plagen en ziektes aan te pakken. Ik zag ook in de praktijk, bij een duurzame lokale paprikateler, hoe deze systemen werken. Niet alleen zijn ze vaak goedkoper dan chemische middelen, ze zorgen ook voor hogere opbrengsten, een gezonder ecosysteem en betere arbeidsomstandigheden. Die methodes zijn puur natuur en zijn goed voor de gewassen, het klimaat, de boer én de consument.

De landbouwers én de natuurorganisaties luiden de alarmbellen. Het is glashelder. Er is nood aan een structurele hervorming van ons landbouwmodel dat al hun, terechte, bezorgdheden meeneemt. Dit is een prioriteit voor de volgende legislatuur. We gaan naar een duurzaam model, in elke zin van het woord. Met meer marktmacht voor de landbouwer en een eerlijke prijs voor hun producten. Met een duidelijk toekomstperspectief voor de landbouwer, ook wat betreft vergunningen. Met een beleidskader dat natuur en landbouw terug verzoent en duurzame modellen en technieken stimuleert. Met financiële steun, uit het GLB en nationale en Vlaamse budgetten, die landbouwers ondersteunt om die transitie te maken. Zo een model versterkt de landbouwer, ondersteunt de biodiversiteit en het klimaat én zorgt voor gezond en lokaal eten op ons bord.  En dat is beter voor ons allemaal.

 

Vorige
Vorige

Hoe we het Europees klimaatbeleid kunnen laten werken voor iedereen.

Volgende
Volgende

Europa wil consumenten 'recht op reparatie' geven