Met de zorgplicht worden bedrijven aansprakelijk voor mensenrechten en milieu
De Europese Commissie komt vandaag met een voorstel voor de Europese zorgplicht voor duurzaam ondernemen. De zorgplicht zorgt ervoor dat bedrijven verantwoordelijk worden eventuele misstanden rond milieu en mensenrechten in hun hele productieketen. “Ik ben heel blij dat het voorstel nu op tafel ligt,” zegt Van Brempt. “In het Europees Parlement gaan we nu aan de slag om het ambitieniveau te verhogen. Wie producten koopt in de Europese Unie moet er op kunnen rekenen dat die producten vervaardigd worden met respect voor mens en milieu.”
Wie herinnert zich de beelden van de ingestorte kledingfabriek Rana Plaza in Bangladesh of de vervuilde Nigerdelta na een olielek bij Shell niet? De impact die Europese bedrijven en hun onderaannemers hebben op het milieu, de mensenrechten en de rechten van arbeiders is in sommige gevallen nog heel groot. Denk maar aan door Oeigoerse dwangarbeiders geproduceerd textiel of het recente nieuws dat zelfs in de productieketen van Tony Chocolonely nog 1.700 gevallen van kinderarbeid werden ontdekt. “Steeds meer verwachten consumenten - en terecht - van bedrijven dat de producten die ze kopen op een eerlijke en duurzame manier worden geproduceerd,” zegt Europees Parlementslid Kathleen Van Brempt. “Maar het bestaande kader om de productieketens te controleren op misstanden is te vrijblijvend en werkt niet.”
Daarom komt de Europese Commissie nu met een voorstel voor een wettelijk bindend kader dat bedrijven moet verplichten om hun productieketen te controleren. Eindelijk, klinkt het uit verschillende hoeken. Want de lancering van het voorstel liep serieuze vertraging op. "Het belangrijkste is dat er eindelijk een voorstel op tafel ligt en het Parlement nu aan de slag kan om het ambitieniveau voor de Europese zorgplicht te verhogen," zegt Van Brempt. "In het verleden is voldoende aangetoond welke nefaste impact de activiteiten van Europese bedrijven of hun onderaannemers kunnen hebben op de leefomgeving, het klimaat en de mensenrechten in derde landen.”
Vandaag worden bedrijven volgens Van Brempt te weinig aangespoord om hun waardenketens grondig te onderzoeken. “Net daarom moet er een wettelijke verplichting komen om dat te doen,” zegt Van Brempt. “Met de zorgplicht verplichten we bedrijven hun hele aanvoerketen te scannen en op zoek gaan naar mogelijke mensenrechtenschendingen en milieuschade in de productie van goederen en diensten. Waar pijnpunten worden ontdekt, zullen ze maatregelen moeten nemen en een compensatie moeten voorzien voor de slachtoffers."
De afgelopen weken bestond er nog onzekerheid of de doelstellingen van het Parijse klimaatakkoord vertaald zouden worden in het voorstel van de Commissie. "Dat dat wel het geval is, is een bijzonder goede zaak," zegt Van Brempt. "Het is van bij de start duidelijk geweest dat we die doelstellingen zouden moeten vertalen in alle aspecten van het Europees beleid. Niet enkel binnen de grenzen van de Europese Unie, maar ook daarbuiten." Bedrijven moeten hun bedrijfsmodel in overeenstemming brengen met het doel om de opwarming van het klimaat te beperken tot anderhalve graad Celsius.
In het huidige voorstel zal slechts een deel van de bedrijven op de Europese markt moeten voldoen aan de verplichtingen die worden opgelegd. In totaal zou het gaan om zo'n 13.000 Europese bedrijven en 4000 bedrijven uit derde landen. "De drempel ligt zeer hoog. Amper 1% van de bedrijven, met name de allergrootste spelers of bedrijven in hoogrisicosectoren zoals textiel, landbouw en grondstoffen, wordt gevat," zegt Van Brempt. In het voorstel van de Commissie zullen enkel Europese bedrijven met meer dan 500 werknemers en een minimale omzet van 150 miljoen euro aan de voorwaarden van deze zorgplicht moeten voldoen. Voor hoogrisicosectoren gaat het om bedrijven met meer dan 250 werknemers en een minimale omzet van 40 miljoen euro per jaar. Voor bedrijven buiten de Europese Unie geldt enkel de omzetdrempel. "In het parlement zullen we er naar streven om deze drempels omlaag te halen, zodat niet enkel de grootste bedrijven aan de verplichtingen moeten voldoen." Ook de overgangsperiode voor bedrijven in hoogrisicosectoren moet volgens Van Brempt worden ingekort.
Naast een kader voor duurzaam ondernemen was ook een ban op producten die onder dwang worden geproduceerd een belangrijke eis van het parlement. Commissievoorzitter von der Leyen kondigde in haar State of the Union van vorig jaar aan werk te maken van een dergelijke ban. “Bedrijven moeten uiteraard wel controleren op kinder- en dwangarbeid, maar dergelijke producten horen niet thuis op onze markt. Daarom willen we dat er ook werk wordt gemaakt van een expliciete ban op producten uit dwangarbeid," zegt Van Brempt. "Voor ons blijft dat een belangrijke prioriteit. We zullen de druk op de Europese Commissie opvoeren om ook daar snel met een voorstel te komen."