Hoog tijd dat Europese Unie globale vaccinatiestrategie ontwikkelt
De uitrol van de Europese vaccinatiestrategie in de verschillende Europese lidstaten biedt perspectief op een weg uit deze pandemie. “Maar het gebrek aan toegang tot vaccins in ontwikkelingslanden blijft problematisch,” zegt Europees Parlementslid Kathleen Van Brempt. “Nu de Europese strategie wordt uitgerold, moet de Europese Commissie de blik richten op de rest van de wereld.”
“Een catastrofaal moreel falen.” Dat zijn woorden WHO-topman Tedros Adhanom Ghebreyesus over de wereldwijde ongelijkheid in de toegang tot vaccins voor COVID-19. “De cijfers spreken voor zich. De Europese Unie heeft vandaag contracten voor zowat 2,3 miljard dosissen. Vijf keer meer dan er nodig zijn om alle Europese burgers te vaccineren,” zegt Van Brempt. “Via het COVAX-initiatief, dat de armste regio’s en landen moet ondersteunen om vaccins aan te kopen, zijn er slechts 370 miljoen vaccins verzekerd. Daarmee zou amper 3% van de bevolking in de 191 landen die afhankelijk zijn van COVAX om vaccins aan te kopen kunnen worden gevaccineerd.”
Naast de Europese vaccinatiestrategie moet er volgens Van Brempt nu een globale vaccinatiestrategie ontwikkeld worden door de Europese Commissie. “We verwachten dat de Commissie een voorstel op tafel legt over hoe de Europese vaccinoverschotten ter beschikking kunnen worden gesteld van de zwaarst getroffen regio’s, buurlanden en strategische partners van de Europese Unie. Daarbij moet Afrika een prioriteit vormen.” Ook de timing blijft een belangrijk vraagstuk. “Europa moet zichzelf de vraag stellen vanaf wanneer het die strategische reserves kan gaan inzetten. Er is geen ruimte om te talmen wanneer in ontwikkelingslanden COVID-19-patiënten geen toegang meer hebben tot de nodige zorg.”
“Maximale productie van vaccins is daarom cruciaal,” zegt Van Brempt. Tijdens het debat in het Europees Parlement herhaalde Van Brempt haar oproep aan de Europese Commissie om open te staan voor maatregelen die de productie van vaccins en overig medisch materiaal wereldwijd kunnen verhogen. “Een voorbeeld daarvan is de vraag van India en Zuid-Afrika voor een tijdelijke opschorting van de intellectuele eigendomsrechten voor COVID-19-gerelateerd medisch materiaal en vaccins. De Europese Unie moet, samen met Canada en de Verenigde Staten, openstaan om daarover de dialoog aan te gaan en te bekijken hoe we kunnen tegemoet komen aan de specifieke noden en vragen van ontwikkelingslanden.”
Een globale vaccinatiestrategie moet vooral ook lessen trekken voor de toekomst. “Deze pandemie heeft iedereen in snelheid gepakt, maar dit wordt niet de laatste gezondheidscrisis waarmee de wereld zal worden geconfronteerd,” zegt Van Brempt. “Een globale vaccinatiestrategie moet ook inzetten op de structurele weerbaarheid van ontwikkelingslanden. We zien vandaag de dramatische gevolgen van die kloof tussen rijke en arme landen. Europa moet de leiding nemen om die kloof tegen een volgende pandemie te dichten.”