Europa wil werknemers beter beschermen tegen asbest
Vandaag keurt het Europees Parlement nieuwe regels goed om werknemers beter te beschermen tegen asbest. De limieten voor blootstelling worden drastisch verlaagd en er komen bijkomende preventieve maatregelen. “Jaarlijks kost de blootstelling aan asbest meer dan 80 000 Europeanen het leven,” zegt Europees Parlementslid Kathleen Van Brempt (Vooruit). “Deze nieuwe regels komen geen dag te vroeg.”
Hoewel het gebruik van asbest in de Europese Unie al sinds 2005 verboden is, blijft de kankerverwekkende stof een enorme bedreiging voor onze volksgezondheid. In gebouwen en bouwsites die dateren van voor 2005 is nog steeds asbest aanwezig. Vooral voor werknemers in de bouw en doe-het-zelvers vormt asbest een bedreiging. Daarom vraagt het Europees Parlement al sinds 2013 een wetgevend kader dat werknemers beter beschermt tegen de blootstelling aan asbest. In juni van dit jaar bereikten het Parlement en de Raad een akkoord over een voorstel van de Europese Commissie om de regels rond asbest verder aan te scherpen. “We hebben nog een lange weg af te leggen om Europa asbestvrij te maken, maar dit akkoord is alvast een stap in de goede richting.”
88 000 mensenlevens
De cijfers spreken boekdelen. Jaarlijks sterven meer dan 250.000 mensen wereldwijd en 88.000 mensen in Europa ten gevolge van de blootstelling asbest. Zo’n 78% van alle beroepskankers is het gevolg van asbestblootstelling.
De nood aan een beschermingskader wordt de komende jaren nog groter. “In het kader van de Green Deal zullen de komende 30 jaar naar schatting 220 miljoen gebouwen in de Unie een grondige renovatie moeten ondergaan,” zegt Van Brempt. “Maar voor heel wat werknemers in de bouw- en renovatiesector brengt dat een verhoogd risico op blootstelling aan asbest met zich mee. Met de nieuwe regels willen we hen vooral beter beschermen.”
Tien keer minder blootstelling
Zo wordt de limiet voor maximale blootstelling drastisch verlaagd. “Werknemers mogen maximaal aan 0,01 asbestvezel per cm3 worden blootgesteld,” zegt Van Brempt. “Tien keer lager dan de huidige limieten.” Er komt ook een nieuwe methode om te screenen op de aanwezigheid van asbest. “Die laat ons toe de allerfijnste asbestvezels te meten,” zegt Van Brempt. “Doen lidstaten dat niet, dan daalt de maximale blootstellingslimiet naar 0,002 vezels per cm3.”
Niet enkel directe, maar ook secundaire blootstelling moet worden aangepakt. “Het probleem is veel breder dan werknemers in de bouw alleen. Leerkrachten en leerlingen in oude schoolgebouwen, personeel in de afvalverwerking, de familie van werknemers die in aanraking komen met asbest, allemaal worden ze aan asbest blootgesteld,” zegt Van Brempt. “Secundaire blootstelling valt vandaag nog niet onder de asbestrichtlijn. Op aandringen van het Europees Parlement heeft de Commissie beloofd ook voor hen werk te maken van een betere bescherming.”
Focus op preventie en bescherming
Lidstaten moeten extra inzetten op preventie en training. “Werknemers die aan asbest (kunnen) worden blootgesteld, moeten geschikte beschermingsmiddelen dragen en een verplichte opleiding volgen,” zegt Van Brempt. “Ondernemingen die sloop- of asbestverwijderingswerkzaamheden willen uitvoeren, moeten daarvoor een vergunning aanvragen. Daarbij moeten ze ook in kaart brengen welke materialen mogelijk asbest kunnen bevatten.” Dat asbestregister is ook van cruciaal belang voor de bescherming van veiligheidsdiensten, zoals de brandweer.
Daarnaast worden de voorwaarden voor decontaminatie en hygiëne aangescherpt. “We moeten vermijden dat werknemers die in aanraking komen met asbest die vezels ook mee naar huis nemen, want ze vormt een gezondheidsrisico voor de hele familie.” Ook de meldingsplicht en medische opvolging van asbestblootstelling worden verder aangescherpt.
Verwijderen waar mogelijk
Bovendien wil Europa in haar aanpak vooral focussen op het verwijderen van asbest. “Blootstelling aan asbest is nooit veilig of onschadelijk,” zegt Van Brempt. “Een verbod op het inkapselen of afdichten van asbest – zoals vandaag nog steeds gebeurt – was helaas niet mogelijk. Maar in het akkoord wordt benadrukt dat het verwijderen van asbest altijd voorrang moet krijgen op eender welke andere vorm van asbestverwerking.”
Vlaanderen staat vandaag al ver in het aanpakken van asbest. Net zoals in Nederland hadden wij al strengere blootstellingswaardes. Bovendien zijn het asbestattest (bij de verkoop van gebouwen van voor 2001) en het asbestregister reeds verplicht. “Toch zal deze nieuwe asbestrichtlijn ook de veiligheid, gezondheid en bescherming van werknemers in ons land ten goede komen,” zegt Van Brempt. “Zo zetten we opnieuw een stap richting een asbestvrije samenleving.”