Waarom Europa niet langer stilzwijgend kan toekijken naar de genocide in Gaza

De beelden van dood, verderf, honger en menselijk leed in Gaza laten niemand onverschillig. We zien ze elke dag in nieuwsuitzendingen en op sociale media. Meer dan 33.000 doden, waaronder meer dan 13.000 kinderen. Honderdduizenden mensen op de rand van de hongersnood en ontbering door een compleet gebrek aan drinkbaar water, voedsel en medicijnen. Het gebrek aan actie maakt ons boos. Ons eigen gevoel van machteloosheid maakt ons boos. En dat begrijp ik. De Europese Unie doet te weinig om de genocide tegen Palestijnen te stoppen. Europese leiders kunnen niet langer stilzwijgend toekijken naar hoe het extreemrechtse regime van Netanyahu elke dag meer mensen doelbewust de dood in drijft.

De wereld is niet meer hetzelfde sinds 7 oktober 2023. De beestachtige aanslag van Hamas tegen Israël is en blijft een schandelijke terreurdaad. Een terreurdaad  die we in het Europees Parlement steeds met de strengste bewoordingen hebben veroordeeld. Nog zo’n 100 Israëlische gijzelaars zijn vandaag in handen van de terreurbeweging. We eisen de onvoorwaardelijke vrijlating van alle gijzelaars. En net zoals bij elk vrij en soeverein land, erkennen we het recht van Israël om zichzelf te verdedigen tegen dreiging en terreur.

Nergens meer veilig

Maar wat we vandaag zien in Gaza gaat al lang niet meer over zelfverdediging. Het Israëlische leger blokkeert humanitaire hulp, snijdt 2,3 miljoen Palestijnen af van eten, drinkbaar water en elektriciteit, het bombardeert ziekenhuizen, scholen en kinderdagverblijven. Niemand is veilig. Ook humanitaire hulpverleners en journalisten niet. De extreemrechtse regering van Netanyahu veegt de voeten aan het internationaal humanitair recht.

Al meer dan zeven maanden bombardeert Israël de Gazanen. Elk uur sterven er 15 Palestijnen, waarvan 6 kinderen. Elk uur vallen er meer dan 40 bommen op Gaza. Met zijn grondoffensief in Rafah zet Netanyahu de gruwel onverbiddelijk voort. Meer dan 1 miljoen Palestijnen zitten vast in het zuiden van Rafah. De grensovergang met Egypte vormt momenteel de enige toegangspoort voor humanitaire hulpkonvooien. Netanyahu’s genadeloze grondoffensief zorgt ervoor dat de enige “veilige” plek nu niet meer veilig is.

Verdeeldheid regeert

En wat doet de Europese Unie om de gruwel in Gaza te stoppen? Het korte antwoord is: veel te weinig. Dat betekent niet dat er niets gebeurt. Het Europees Parlement pleit al een geruime tijd voor een onmiddellijk, onvoorwaardelijk en permanent staakt-het-vuren. Een pleidooi dat ook ons land, onder leiding van Caroline Gennez, levert in de Raad. Met de moed der wanhoop probeert België humanitaire hulp tot bij de mensen in Gaza te krijgen. We behielden de steun aan het VN-agentschap voor Palestijnse vluchtelingen UNRWA, zelfs op een moment dat andere landen de geldkraan dreigden dicht te draaien.

En toch is dat niet voldoende. De Europese Unie zou veel krachtiger kunnen reageren. Zowel op diplomatiek vlak, als op vlak van humanitaire hulp en economische sancties tegen Israël schiet de Europese Unie vandaag te kort. Daarvoor moeten alle 27 lidstaten unaniem akkoord gaan. Ondanks de enorme inspanningen die Caroline geleverd heeft, is die er niet. De verdeeldheid regeert.

Hypocriet

Dat doet het beeld ontstaan van een hypocriet Europa. Een Europa dat snel en krachtdadig handelt wanneer Rusland Oekraïne aanvalt en daarvoor ook steun en solidariteit van de internationale gemeenschap vraagt, maar niet met dezelfde dadendrang actie onderneemt wanneer de crisis zich niet in onze achtertuin afspeelt. Palestina en het conflict in Gaza zijn daarvan niet het enige voorbeeld. Ook bij de vergeten oorlogen in Oost-Congo en Jemen of de door droogte, conflict en honger steeds groter wordende humanitaire crisissen in Somalië en Ethiopië komt de Europese reactie maar traag of niet op gang. Die kritiek is terecht en ze speelt ons op het geopolitieke toneel steeds vaker parten.

Dat is meteen ook de voornaamste reden waarom we er al geruime tijd voor pleiten om het vetorecht en de unanimiteitsvereiste voor buitenlands beleid af te schaffen. Een sterker buitenlands beleid op Europees niveau zou er niet alleen voor zorgen dat we een grotere en consequentere rol kunnen innemen in de geopolitiek, het zou ons ook toelaten om veel gelijkwaardigere partnerschappen met andere landen op te bouwen en sneller te reageren bij humanitaire crisissen. In een steeds complexere en conflictgevoelige geopolitiek is dat geen overbodige luxe.

Economische sancties

Maar de crisis in Palestina kan niet wachten op een hervorming van de Europese verdragen. Als we de druk op Israël en de regering Netanyahu willen vergroten, moeten er economische sancties komen. Onze economische markt en ons internationaal handelsbeleid zijn de twee sterkste hefbomen die we vandaag hebben in onze buitenlandpolitiek. Zeker in het geval van Israël, wiens economie nauw verstrengeld is met die van de Europese Unie. Daarom moeten die sancties streng en duidelijk zijn. En ze moeten vooral op Europees niveau genomen worden. 

De eerste stap is het stopzetten van wapenleveringen naar het Midden-Oosten. Zolang Europese landen, waaronder ook België, wapens blijven leveren aan landen die de vrede en stabiliteit in het Midden-Oosten ondergraven, blijven we olie op het vuur gieten. Dat we onmiddellijk stoppen met het exporteren van wapens en dual use technologie naar een land waartegen het Internationaal Gerechtshof bewarende maatregelen heeft lopen uit de vrees voor een genocide zou de evidentie zelve moeten zijn.

Het Europese Associatieverdrag met Israël moet worden opgeschort. Dat verdrag regelt onze economische relatie met Israël. Het geeft Israëlische bedrijven makkelijker toegang tot de Europese markt en staat Israël ook toe om beroep te doen op Europese onderzoeksfondsen. Maar ook het respecteren van de mensenrechten en het naleven van de internationale rechtsregels zijn een duidelijk onderdeel van dat verdrag (artikel 2). Aangezien Israël zich niet aan die verplichtingen houdt, kan Europa eenzijdig het associatieverdrag opschorten. En dat moeten we ook doen.

Sancties tegen illegale nederzettingen

Ook de sancties tegen tegen gewelddadige kolonisten die de politiek van de illegale nederzettingen in de bezette gebieden van de Westelijke Jordaanoever opdrijven. Ook dat is een schending van het internationaal recht waaraan de regering Netanyahu zich schuldig blijft maken. Niet alleen in Gaza. In maart nog gaf Netanyahu groen licht voor de bouw van meer dan 3000 wooneenheden in de bezette Palestijnse gebieden. Ook producten die in illegaal bezette gebieden werden geproduceerd moeten van de Europese markt worden gebannen.

De Europese reactie kan niet beperkt blijven tot het leveren van humanitaire hulp. In het aanzicht van de genocide tegen de Palestijnen en de mensonterende situatie in Gaza, moet de Europese Unie elke optie benutten om de internationale druk op Israël te verhogen en het bloedvergieten te doen stoppen.

Tweestatenoplossing

Maar op termijn moet het doel blijven om duurzame vrede tussen de Israëli’s en de Palestijnen te bereiken. Dat kan alleen door zowel politiek, als diplomatiek te blijven hameren op het belang van een tweestatenoplossing. Dat wordt een proces van lange adem, één waarvan we weten dat ze onmogelijk te bereiken is met de extreemrechtse regering van Benjamin Netanyahu en een terroristische organisatie als Hamas. Maar de internationale gemeenschap moet wel blijven werken in die richting. Het erkennen van Palestina als staat is een eerste stap in dat proces. Een stap die we nu moeten nemen, omdat we zo ook de leveringen van humanitaire hulp aan de Palestijnen kunnen opdrijven, zonder die toelevering afhankelijk te maken van de (niet-bestaande) goodwill van Israël. 

Vandaag zorgt de verdeeldheid op Europees niveau ervoor dat de Europese Unie tekortschiet in haar reactie op het menselijk leed van onschuldige Palestijnse mannen, vrouwen en kinderen in Gaza. Het leveren van humanitaire hulp en onze pogingen om die hulp ook tot bij de mensen in Gaza te krijgen moeten worden verdergezet. Maar Europa moet ook sancties treffen om de internationale druk op Israël en de regering Netanyahu te verhogen. Elke hefboom die we hebben, moet benut worden om de dreiging van een genocide tegen de Palestijnen af te wenden. Daarvoor moeten we op Europees niveau samenwerken. Alleen zo kunnen we onze bijdrage leveren om de gruwel te doen stoppen en de weg vrijmaken voor waar elke mens, van Oekraïne tot Gaza, op hoopt: vrede en veiligheid. Ook in het Midden-Oosten.  

Vorige
Vorige

Ambitieus investeringsprogramma voor de toekomst van Europa 

Volgende
Volgende

De laatste week in Straatsburg: terugblik op de voorbije vijf jaar in Europa